Wat wij doen

Historie

De geschiedenis van bouten en moeren gaat ver terug in tijd: bewijzen van boutverbindingen zijn terug te leiden tot in de Romeinse tijd.
De bout met schroefdraad werd voor het eerst gebruikt in de 15e eeuw. Echter, pas tijdens de Industriële Revolutie in de 18e eeuw werd de geboute verbinding algemener toegepast bij de ontwikkeling en bouw van constructies.

Staal-op-staal flens verbindingen

In de huidige tijd worden bouten en moeren vooral toegepast in verbindingen die op treksterkte belast worden. Een andere veel voorkomende verbinding is die waarbij de voorspanning wordt gebruikt om frictie te genereren om afschuiving tussen de componenten te voorkomen. Bij beide verbindingen is de homogeniteit en de mate van voorspanning bepalend voor de kwaliteit van de verbinding.

In een verbinding die op treksterkte belast wordt, zorgt de voorspanning in de bouten voor het samenklemmen van de componenten. De krachten op deze verbindingen worden door de voorgespannen bouten geleid. De ultieme sterkte van de verbinding wordt bepaald door de sterkte van de bouten in deze verbinding. De duurzaamheid en vermoeiingslevensduur zijn afhankelijk van de voorspanning ten opzichte van de belasting van deze bouten. Zodra de belasting op de verbinding groter wordt dan de voorspanning in de bouten kan de flens theoretisch scheiden waarbij alle bouten in de flens cyclisch belast worden. Cyclische belasting van de bouten verminderd de vermoeiingslevensduur en leidt uiteindelijk tot het falen van de verbinding. Des te meer de belasting de voorspanning overschrijdt, des te groter wordt de negatieve invloed op de vermoeiingslevensduur van de bout. Een hoge gelijkmatige voorspanning verlengt daarom substantieel de vermoeiingslevensduur van een geboute flensverbinding.

Sectie van een flens met verschillende voorspanning in de bouten.
Figuur 1: Sectie van een flens met verschillende voorspanning in de bouten.
De externe belasting (1150 kN) is lager dan de voorspanning op de drie bouten en heeft geen invloed op de vermoeiingslevensduur van de bouten.
Figuur 2: De externe belasting (1150 kN) is lager dan de voorspanning op de drie bouten en heeft geen invloed op de vermoeiingslevensduur van de bouten.
De externe belasting (1700 kN) is hoger dan de voorspanning van bout 2. Dit heeft een cyclisch effect op alle bouten in de verbinding. Dit heeft een direct effect op de vermoeiingslevensduur van bout 2.
Figuur 3: De externe belasting (1700 kN) is hoger dan de voorspanning van bout 2. Dit heeft een cyclisch effect op alle bouten in de verbinding. Dit heeft een direct effect op de vermoeiingslevensduur van bout 2.
De externe belasting (1700 kN) is hoger dan de voorspanning van bout 2. Dit heeft een cyclisch effect op alle bouten in de verbinding. Dit heeft een direct effect op de vermoeiingslevensduur van bout 2.
Figuur 4: De externe belasting (2100 kN) is hoger dan de voorspanning van bout 2 en bout 3. Naast het cyclische effect op alle bouten in de verbinding heeft dit direct consequenties op de vermoeiingslevensduur van bout 2 en in iets mindere mate op bout 3. De mate van overschrijding bepaalt hoe groot deze invloed is.

De huidige procedures

De meeste geboute verbindingen worden door middel van torque gemaakt. Bij gebruik van torque in een boutverbinding wordt een roterende beweging door de geometrie van een bout omgezet in voorspanning. Bij het voorspannen van bouten met torque gaat tot 90% van de torque verloren in weerstand. De opbouw van de voorspanning stopt wanneer de weerstand gelijk is aan de hoeveelheid torque dat op de bout wordt uitgeoefend. Omdat deze weerstand niet altijd gelijk is zal de gerealiseerde voorspanning verschillen per bout.
De huidige richtlijnen voor het maken van een verbinding met torque gaan ervan uit dat alle bouten:
  • zijn geproduceerd met dezelfde materiaaleigenschappen
  • een gelijke weerstand of K-factor hebben
  • niet worden beïnvloed door temperatuur of andere weersinvloeden
  • worden vastgezet met gereedschappen die onder alle omstandigheden dezelfde torque genereren
  • geen invloed ondervinden van de voorspankrachten van andere bouten in de verbinding
  • altijd op dezelfde manier door verschillende technici worden vastgezet
  • en smeermiddelen zich hetzelfde gedragen in laboratorium condities als in andere omgevingen
Dit zijn maar een aantal van de factoren die invloed hebben op de uiteindelijke voorspanning van de bouten in een flens wanneer alleen torque wordt gebruikt als methode om voorspanning te bepalen.


BoltLife heeft een aantal testen uitgevoerd waarbij de resultaten van traditionele torque procedures zijn gemeten met behulp van ultrasoon boutspanningsmeters. Deze testen zijn uitgevoerd zowel in een gecontroleerde werkplaatsomgeving als in echte offshore condities.
De resultaten van deze metingen worden vergeleken met de resultaten van een nieuw ontworpen procedure om geboute staal-op-staal verbindingen te maken.
De resultaten van de metingen van de verbindingen die met de traditionele procedures waren gespannen zijn verontrustend te noemen. De bovengenoemde aannames hebben een groot negatief effect op de kwaliteit van de verbindingen. Bij de testen op de werkplaats blijft de voorspanning van de meeste bouten ruim onder de minimaal vereiste waarde en is de spreiding in de verbinding substantieel.
De offshore verbinding laat zien dat de omgevingsfactoren de resultaten sterk verslechteren. De gemeten waardes laten op sommige bouten een voorspanning van slechts 30% van de vereiste waarde zien. Bijna geen enkele bout haalt de minimaal vereiste voorspanning en de spreiding is nog veel groter dan bij de werkplaatstest.

Deze grafiek toont de gemeten waardes van de werkplaatstest waarbij de bouten zijn voorgespannen met gebruik van de traditionele torque procedure. De gebruikte torque waarde was vastgesteld door de gemiddelde torque te gebruiken die nodig was om 5 bouten op 380 kN voor te spannen.
Figuur 5: Deze grafiek toont de gemeten waardes van de werkplaatstest waarbij de bouten zijn voorgespannen met gebruik van de traditionele torque procedure. De gebruikte torque waarde was vastgesteld door de gemiddelde torque te gebruiken die nodig was om 5 bouten op 380 kN voor te spannen.
Deze grafiek laat de gemeten waarden zien van de offshore test waarbij de bouten zijn voorgespannen met de traditionele procedure. De gebruikte torque waarde werd bepaald door middel van het testen van een voorgesmeerde bout/moer combinatie op een torque-tension machine in een laboratorium omgeving.
Figuur 6: Deze grafiek laat de gemeten waarden zien van de offshore test waarbij de bouten zijn voorgespannen met de traditionele procedure. De gebruikte torque waarde werd bepaald door middel van het testen van een voorgesmeerde bout/moer combinatie op een torque-tension machine in een laboratorium omgeving.


BoltLife procedures

Vanwege de grote onnauwkeurigheid en gebrek aan verifieerbaarheid bij het toepassen van torque in kritische geboute verbindingen heeft BoltLife een nieuwe revolutionaire procedure ontwikkeld. Met deze procedure is het mogelijk om een homogene en ruim voldoende voorgespannen boutverbinding te creëren. De testen in de gecontroleerde werkplaats omgeving laten een strak gesloten flens zien met een minimale spreiding. Het is interessant om te zien dat er geen significante verschillen zijn in de resultaten tussen de testen in de werkplaats en die in de offshore omgeving. Alle bouten waren, na relaxatie, boven de minimale waarde voorgespannen met een spreiding kleiner dan 10%.

Deze grafiek laat de resultaten zien van een vergelijkbare test als in figuur 5 met als verschil het gebruik van de door BoltLife ontwikkelde procedure. De aangebrachte voorspanning was bepaald door de individuele ultrasoon meting op iedere bout. Omdat de bouten in deze procedure maar één keer aangedraaid worden is er ook een tijdsbesparing te realiseren ten opzichte van de traditionele procedures.
Figuur 7: Deze grafiek laat de resultaten zien van een vergelijkbare test als in figuur 5 met als verschil het gebruik van de door BoltLife ontwikkelde procedure. De aangebrachte voorspanning was bepaald door de individuele ultrasoon meting op iedere bout. Omdat de bouten in deze procedure maar één keer aangedraaid worden is er ook een tijdsbesparing te realiseren ten opzichte van de traditionele procedures.
Deze grafiek toont de meetwaarden van een offshore gemeten flens waarbij dezelfde procedure als in figuur 7 is toegepast. Het is duidelijk zichtbaar dat de omstandigheden niet tot nauwelijks invloed hebben op de kwaliteit van de verbinding
Figuur 8: Deze grafiek toont de meetwaarden van een offshore gemeten flens waarbij dezelfde procedure als in figuur 7 is toegepast. Het is duidelijk zichtbaar dat de omstandigheden niet tot nauwelijks invloed hebben op de kwaliteit van de verbinding


Alle meetinstellingen voor de Checkline MAX II ultrasoon boutspanningsmeter in deze testen zijn gemaakt in het laboratorium van BoltLife op apparatuur die speciaal voor deze toepassing is ontwikkeld. Alle instellingen zijn op maat gemaakt voor de bout/flens combinatie en zijn na de testen nogmaals geverifieerd.

Het is niet mogelijk om accurate metingen te maken met de standaard instellingen van de ultrasoon boutspanningsmeters. De standaard instellingen zijn gebaseerd op een gemiddelde testwaarde van kleinere bouten. Bij grotere bouten, vanaf M30/M39, wordt de sterkte bepaald door de gebruikte materialen. Dit is anders voor iedere boutproducent waardoor de materiaaleigenschappen per boutleverancier en zelfs per productiebatch verschillend kunnen zijn.

De richtlijnen voor de grotere bouten zijn geëxtrapoleerd van die voor de kleinere bouten. Echter, alle bouten groter dan M36 of vergelijkbaar zullen zich verschillend gedragen onder belasting en kunnen daardoor niet onder één richtlijn samengevat worden.

Met deze nieuwe procedure laat BoltLife zien dat het mogelijk is om een verifieerbare en homogene verbinding te creëren. Naast het efficiënter aanbrengen van de voorspanning is het ook mogelijk om deze periodiek na te meten. Hierbij is alleen de database met de unieke boutgegevens en een Checkline MAX II ultrasoon boutspanningsmeter nodig. De unieke boutgegevens worden voor het voorspannen van de bouten gecreëerd.

Al met al onderscheiden wij ons van de concurrent op basis van deze revolutionaire voorspanmethode. De hiermee behaalde hoge voorspanning resulteert in een exponentiële stijging van de levensduur van uw boutverbindingen en periodieke controles met accurate waarden die kunnen leiden tot efficiënte onderhoudsprogramma’s. Dit resulteert in grote besparingen bij installatie en onderhoud terwijl de kwaliteit en zekerheid drastisch toenemen.


Bent u benieuwd naar verdere toelichting over de genoemende procedure of wilt u meer informatie over onze services en diensten?
Dan horen we graag van u!

Om deze website optimaal te laten functioneren willen wij, Boltlife B.V. graag cookies gebruiken, daarvoor is echter uw toestemming vereist. Door op de knop "Cookies accepteren" te klikken, gaat u akkoord met ons gebruik van cookies. Als u niet akkoord gaat, kunt u door op de knop "Cookie-instellingen" te klikken het gebruik van cookies weigeren of de instellingen voor cookies aanpassen. Deze banner zal worden weergegeven totdat u uw cookievoorkeuren hebt aangegeven. Als u besluit het gebruik van cookies te weigeren, zullen we geen cookies en/of vergelijkbare technologieën gebruiken, behalve die die essentieel zijn voor het goed functioneren van onze website.Bekijk onze privacy policy
Cookies accepteren

Cookie-Instellingen